Review: De Muziekfabriek

 

De Muziekfabriek

(TMF en de Nederlandse popcultuur)

door Jaap Kooijman
EAN/ISBN 9789464560527
Uitgeverij: www.Mazirelpers.nl
184 pagina’s
Publicatiedatum 18.01.2024
Paperback 13,5 x 21 x 1.7 cm

Tekst: Harry Pater

Het is bijna dertien jaar geleden dat de Nederlandse muziek-tv-zender The Music Factory, kortweg TMF, de uitzendingen staakte, nadat deze zestien jaar had uitgezonden.

In 1995 ging TMF van start als het Nederlandse antwoord op MTV Europe, om zes jaar later al door MTV te worden overgenomen en in 2011 helemaal van de televisie te verdwijnen door de opkomst van online mediaplatforms als YouTube. Dankzij deze (vooral) clipzender leerde de Nederlandse jeugd bands en artiesten als Anouk, Kane, Di-rect, Marco Borsato, e.v.a. kennen.

Het idee voor TMF kwam van oud-Veronicaman Lex Harding die in 1992 ook radiozender Radio 538 had opgericht en verschillende dj’s van die zender inzette voor het presenteren van programma’s op TMF, zoals Erik de Zwart, Ruud de Wild en Wessel van Diepen.

Je zou TMF met enige fantasie de opvolger kunnen noemen van Veronica’s muziektv-programma Countdown, uit de tijd dat Veronica nog een publieke omroep was. Vóór TMF moesten Nederlandse popmuziekliefhebbers het sinds het kabel tv-tijdperk doen met programma’s als AVRO’s Toppop, Sky Channel (met een jonge Linda de Mol), Countdown, The Music Box, het Duitse Rockpalast en Musikladen en Top Of The Pops van de BBC.

Toen TMF een tijdje bezig was kwam er een soort van concurrent bij, The Box geheten, die je wel de eerste interactieve Nederlandse muziekzender kunt noemen, omdat je daar telefonisch clips kon aanvragen, regelmatig met onder in beeld een tekstuele boodschap. Een van mijn vorige jonge buurvrouwen kwam zodoende in contact met een jongen die inmiddels al zeker tien jaar haar echtgenoot is. Desondanks redde The Box het niet wegens te lage kijkcijfers en reclame-inkomsten.

Schrijver Jaap Kooijman is mediawetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam, waar hij onder andere college geeft over popcultuur en muziektelevisie. Eerder verscheen van hem Fabricating the Absolute Fake: America in Contemporary Pop Culture. Hij maakte een wetenschappelijk én historisch verantwoord boek over TMF èn de vaderlandse popcultuur, verspreid over een vijftal hoofdstukken, steeds voorafgegaan door een Superclip, over een bij het hoofdstuk passende hit song/clip.

Het is een prima leesbaar boek, al is het af en toe wel erg droge kost. Ook vind ik het jammer dat er geen enkele foto in het boek staat, terwijl er toch diverse hoogtepunten gefotografeerd moeten zijn, zoals van interviews en optredens van ‘grote’ artiesten en evenementen als de TMF Awards, vaak vanuit Ahoy Rotterdam.

Mét foto’s zou het boek wellicht meer geïnteresseerde kopers trekken, maar De Muziekfabriek is zeker interessant door de achtergrondverhalen en gesprekken met diverse betrokkenen zoals vrouwelijke Veejays als Daphne (Bunskoek), Tooske (Breugum), Isabelle (Brinkman), Fabienne (de Vries), Bridget (Maasland) en Sylvana (Simons). Deze dames werden alleen bij hun voornaam genoemd, terwijl de mannen hun achternaam behielden.  Het boek is dan ook zeker een aanrader voor muziekliefhebbers die graag geïnformeerd willen worden over de achtergronden van de helaas verloren gegane muziekzender TMF.