Rockcolumn: Ivan Kràl – Refugee

 

Ivan Kràl - Refugee
foto: Brainzone

De columns zijn verhalen over ‘de mens achter de ‘popster’

Tekst: Tom Wouters

Ivan Kràl – Refugee

In het begin van de jaren 70 ontstond in New York de pre-punk scene. In clubs als CBGB’s en Max’s Kansas City speelden artiesten als The New York Dolls, Blondie, The Ramones, Television, Iggy Pop en Patti Smith. En middenin die scene speelde een jonge, Tsjechische muzikant een sleutelrol, als gitarist, componist en cineast.

Ivan Kràl was in New York terechtgekomen toen zijn vader, die ambassadeur was voor Tsjecho-Slowakije bij de Verenigde Naties, in 1966 besloot politiek asiel aan te vragen in de Verenigde Staten, omdat hij het brute antwoord van de Sovjet-Unie op de Tsjechische Lente van 1968 voorzag.

Zijn zoon Ivan mengde zich in de New Yorkse rock scene en belandde via zijn eerste bandje Luger en Blondie in de groep van Patti Smith, die in de bescheiden Tsjechische jongen een partner in crime vond, die net als zij buiten de muziek interesse had in poëzie, fotografie en film. Als gitarist en componist had Ivan Kràl een groot aandeel in de beginperiode van de Patti Smith Group.

Hij maakte met Smith vier beroemde albums, inclusief het debuutalbum ‘Horses’ uit 1975 dat de Patti Smith Group in één klap op de kaart zette. Ook op de vervolgalbums ‘Radio Ethiopia’ (1976), ‘Easter’ (1978) en ‘Wave’ (1979) speelde Ivan Kràl een belangrijke rol. Hij was (mede)componist van songs als Ask The Angels, 25th Floor, Citizen Ship, Ain’t It Strange en de hit Dancing Barefoot, een song die later gecovered zou worden door bands als U2, Simple Minds en Pearl Jam.

Omdat Ivan Kràl aanvankelijk bang was door de Amerikaanse autoriteiten terug naar Tsjecho-Slowakije te worden uitgezet, kocht hij in 1968 bij de lommerd een super 8 filmcamera om zijn belevenissen in de Amerikaanse rockwereld te documenteren. De super 8 camera werd al snel vervangen door een professionelere 16mm camera. Kràl filmde zijn bandgenoten en vrienden tijdens repetities en optredens, wat resulteerde in zijn film “The Blank Generation” met optredens van bands als The Ramones, The New York Dolls, Blondie, Television en Jayne County. De film wordt algemeen gezien als het belangrijkste, visuele document van de geboorte van de New York pre-punk. Kràl draaide ook tijdens zijn dagen in de Patti Smith Group backstage en onstage, drie korte films (Rat, Raven en Rabbit).

Nadat Patti Smith in 1979 een voorlopig punt achter haar carrière zette, volgde voor Kràl een samenwerking met Iggy Pop als co-writer en gitarist voor diens albums ‘Soldier’ en ‘Party’. Later werkte Kràl op dezelfde basis samen met zanger John Waite, onder meer voor het album ‘Ignition’.

Na de val van de Muur en het einde van het communistische bewind in Tsjecho-Slowakije keerde Ivan Kràl terug naar zijn vaderland, waar hij begon te werken aan de ontwikkeling van een nieuwe Tsjechische rockscene.

Daar, in Praag in 2003, beleefde Ivan Kràl een hoogtepunt in zijn carrière, toen hij werd gevraagd de muziek te schrijven en uit te voeren voor de begrafenis van de geliefde schrijver, verzetsheld en (uiteindelijk) president Václav Havel in de beroemde St. Vitus Cathedraal.