Tekst: Tom Wouters

De columns zijn verhalen over ‘de mens achter de ‘popster’

Debbie Davies

Blues In Chicago

December 1994. Het is ijskoud in de Windy City. Er waait een koude wind vanaf Lake Michigan door de donkere straten van Chicago. Vanavond is het tijd om de Big City Blues op te zoeken. Ik neem een ​​taxi naar Buddy Guy’s Legends Blues Club op South Wabash Avenue in de beruchte South Side van Chicago.

Als ik de club binnenkom, val ik in een warm bad: een ruime, bruine kroeg met pool biljarts, een bar en een podium waarop veel bluesgrootheden hun kunsten hebben vertoond.

Als ik in Chicago woonde, zou dit mijn favoriete kroeg zijn. De juiste muziek en die typisch broeierige, beloftevolle sfeer van ‘tonight’s the night’. Vanavond is het de avond van bluessinger / gitarist Debbie Davies, die haar agressieve, ‘mean’ versie van Chicago’s rauwe elektrische blues speelt.

Debbie Davies speelde met Albert Collins als lid van zijn band, de Icebreakers, van 1988 tot 1991. Ze maakte daar zoveel indruk, dat ze moeiteloos solo kon gaan met haar vrouwelijke versie van de blues, met soms funky, soms rauw gitaarwerk, ondersteund door een ijzersterke band.

In de macho-gedomineerde bluesscene bewees ze zich met sterke teksten als in “I Don’t Want No Man”,“Wrong Man For Me” en “This Man Is Killin’ Me”. Het wordt al snel duidelijk: deze blueslady weet wat ze wil en gaat recht op haar doel af.

In de pauze na de eerste set ontmoet ik aan de bar de bassist van Debbie’s band, een man die ik herken als de ex-bassist van de J. Geils Band, Danny Klein. Hij vertelt me ​​dat hij “weer graag de blues speelt in kleine clubs” na jaren van stadionoptredens met The J. Geils Band, op podia “waar je medebandleden anderhalve kilometer verderop stonden”.

Na een potje poolbiljart met een paar locals, die deze Nederlandse jongen grijnzend willen laten zien hoe je pool speelt, begint Debbie aan haar tweede set. Het hoogtepunt daarvan is het stomende “I get the blues so easy (when I’m chasing my dream)”.

I get the blues so easy                                                                                               

And the blues can make me mean

I get the blues so easy

Sometimes it makes me wanna scream

I get the blues when I’m rift in

And when I’m chasing my dream

Als ik om half vier ‘s nachts de Legends Blues Club verlaat, liggen Chicago’s backstreets er verlaten bij als in het decor van Warren Beatty’s film Dick Tracy.      

Er kringelt rook op uit de putdeksels, langzaam glijdt de yellow cab op me toe.