Tekst: Tom Wouters

De columns zijn verhalen over ‘de mens achter de ‘popster’

The Band

 ‘Jericho’

‘The Last Waltz’ is in 1976 de zwanenzang van The Band; een groep die onmiskenbaar een belangrijk stempel op de (Amerikaanse) rockmuziek heeft gedrukt. Een ‘rootsband’ die – in tegenstelling tot de psychedelische bands uit het westen van de States – de roemruchte Amerikaanse geschiedenis bezingt. Muziek die beelden oproept die we kennen van sepiabruine foto’s.

(L-R) Garth Hudson, Robbie Robertson, Levon Helm, Richard Manuel and Rick Danko of The Band pose for a group portrait in June 1971 in London. (Photo by Gijsbert Hanekroot/Redferns)

The Band maakt het ene prachtalbum na het andere. Dus waarom die laatste wals eigenlijk? Vooral omdat ‘leider’ Robbie Robertson het zo wilde. Als het grote feest achter de rug is, laat hij zijn 4 companen in verwarring achter; na 17 jaar on the road zitten Rick Danko, Levon Helm, Richard Manuel en Garth Hudson thuis bij de kachel. De rust is welverdiend, maar verveelt al snel. Danko en Helm doen wat soloprojecten, maar echt bevredigend is het allemaal niet. Ze komen tot de conclusie dat ze muzikaal niet zonder elkaar kunnen.

The Band – 1983

In 1983 besluiten ze weer te gaan toeren; met zijn vieren, Robertson doet niet mee. The Band is on the road again. De eerste berichten, die uit de States binnen-druppelen zijn niet erg bemoedigend. Achterhaald, stuurloos, zelfs meelijwekkend zouden de optredens van The Band zijn. Een indruk die nog eens wordt versterkt als in 1986, middenin een tour door de States, Richard Manuel besluit een einde aan zijn in alcohol gedrenkte leven te maken. Het lijkt het definitieve einde van The Band.

Maar met een koppigheid, die vooral lijkt ingegeven door wanhoop en verbittering gaan Danko, Helm en Hudson door. Met vallen en opstaan. The Band lijkt nog slechts een schaduw van weleer. Er is verbittering over Robertsons’ vermeende leiderschap, over de door hem openbaar gemaakte drugs- en drankproblemen, over de miskenning van de invloed van de anderen op de sound van The Band.

Dreef de sound van The Band dan niet mede op de stemmen van Helm en Danko? En was het niet Garth Hudson die in de studio de sound van The Band perfectioneerde? Zouden ze het verleerd zijn, zouden de drank en de drugs de creativiteit en de stemmen definitief hebben vergiftigd?

Nee, dus! In 1993 slaan Helm, Danko en Hudson keihard terug. Samen met een paar vrienden uit de rijkelijk van muzikaal talent voorziene omgeving van Woodstock maken ze ‘Jericho’. En ook zonder Robertson (en Manuel) blijkt de sound van The Band nog steeds te bestaan.

‘Jericho’ houdt de illusie levend dat het Amerika van The Band – de in sepiabruine foto’s vastgelegde heroïek van de ‘gewone’ man – nog bestaat.

Even tenminste, als The Band langskomt.