Rockcolumn: Willy DeVille – Een Romantische Straathond

 

De columns zijn verhalen over ‘de mens achter de ‘popster’

Tekst: Tom Wouters

Willy DeVille – Een Romantische Straathond

William Paul Borsey Jr. werd in 1950 geboren in Stamford, Connecticut (VS), een stad net ten noorden van New York. Hij was van Indiaanse, Baskische en Ierse afkomst. “Een beetje van dit en een beetje van dat; een echte straathond”, zei hij.

William stopte met de middelbare school en begon in de Lower East Side en West Village van New York rond te hangen om een ​​muzikale carrière op te bouwen. In 1974 zong Billy Borsay in een band genaamd Billy de Sade and the Marquis, maar het jaar daarop veranderde hij de naam in Mink DeVille; tegelijkertijd nam zanger Borsay de naam Willy DeVille aan.

Van 195 tot 1977 was Mink DeVille de huisband van CBGB’s, de nachtclub waar punkrock midden jaren 70 werd geboren. Willy DeVille was de songwriter van de band en hij creëerde liedjes die diep geworteld waren in traditionele Amerikaanse muziekstijlen, zoals de blues, maar hij gebruikte ook Latin ritmes, doo-wop, Cajun-muziek en vroege jaren 60 uptown soul in zijn repertoire.

In 1979 sloeg Willy DeVille met zijn band een nieuwe richting in en nam een ​​album op in Parijs (Frankrijk), genaamd ‘Le Chat Bleu’. Voor het album had Willy nummers geschreven met een mooie romantische twist. Zijn platenmaatschappij, Capitol Records, was niet erg blij met ‘Le Chat Bleu’, in de overtuiging dat het Amerikaanse publiek niet in staat was om naar liedjes met accordeons en weelderige strijkersarrangementen te luisteren. Daarom werd het album in 1980 alleen in Europa uitgebracht. Het album verkocht in Amerika als import echter zeer behoorlijk en Capitol Records bracht het album later datzelfde jaar uiteindelijk toch ook maar uit in de Verenigde Staten. Maar Willy had naam gemaakt in Europa, meer dan in de VS en de jaren daarna speelde hij vooral in Europa, waar zijn zogenaamde Spanish-Americana zeer gewaardeerd werd.

In 1988 verhuisde DeVille van New York City naar New Orleans, waar hij een spiritueel thuis vond en een tribute album maakte met klassieke New Orleans soul en Rythm and Blues (‘Victory Mixture’), dat hij opnam met enkele van de originele componisten van de nummers, zoals Earl King, Dr. John en Allen Toussaint. Het album is opgenomen zonder het gebruik van overdubbing of sound efiting om de geest van de originele opnames vast te houden.

In 1992 nam Willy ‘Backstreets of Desire’ op, een album waarop hij een geluidstapijt van rootsrock creëert met sporen van doo-wop uit de jaren vijftig en Spaanse soulmuziek. De teksten staan ​​vol met kapotte helden, hongerige minnaars en onverbeterlijke romantici, gezongen met een zeer emotionele stem. Niemand in de toenmalige rockmuziek had de diepte in songwriting, zowel muzikaal als tekstueel, als Willy DeVille.

In 2000 verhuisde Willy DeVille van New Orleans naar het zuidwesten (New Mexico), waar hij zich steeds meer bewust werd van zijn Indiaanse afkomst. Het was de laatste van de drie fasen van Willy DeVille’s opmerkelijke carrière. Het eerste tijdperk was het Lower East Side-tijdperk in NYC, met een met een  West Side Story en Puerto Ricaanse bendesfeer. Dan was er het New Orleans-tijdperk, waar hij volledig opging in het New Orleans van de jaren 1880 en 1890. En het derde tijdperk was zijn korte verblijf in het zuidwesten en zijn terugkeer naar New York in 2003 als de reïncarnatie van Black Elk, de Indiaanse leider en opvoeder.

Willy DeVille bleef door Europa touren, waar zijn muzikale performance, hoewel diep geworteld in de Amerikaanse geschiedenis, veel meer werd gewaardeerd dan in de VS. Zoals rockcriticus Thom Jurek het zegt: “Hij was de belichaming van de romantiek van de rock-‘n-roll, zijn theater, zijn stijl, zijn drama, zijn camp en zijn gevaar. Hij leefde en stierf met het publiek in zijn shows, en hij gaf ze iets om te onthouden als ze het theater verlieten, omdat hij elk woord van elk nummer diep uit zijn hart kwam.”

Website: http://www.willydevillemusic.com/