Tekst: Tom Wouters

De columns zijn verhalen over ‘de mens achter de ‘popster’

Steve Marriott

‘Tin Soldier’

Het is 1974. Het volgepakte Turfschip in Breda maakt zich op voor een stevig avondje hardrock. Het wordt een avond met gemengde gevoelens.

Het voorprogramma steelt de show. De dan alleen nog bij insiders bekende southern rockers van Lynyrd Skynyrd leveren een fantastische set af. De hoofdact is een band op zijn retour. Dat blijkt uit alles. De leadzanger, een klein, vroeg kalend mannetje, is dronken en kwaad. Kwaad op alles en iedereen, op het publiek, op de hele entourage, op de rockbizz, op zichzelf. Hij spuugt naar het publiek. De band levert een dramatisch slechte set af. Na 5 nummers is de zaal vrijwel leeg.

Tien jaar later. Diep in de Gelderse Achterhoek speelt een vriendelijk kalend mannetje in een tuinbroek en met een veel te grote gitaar de sterren van de hemel voor een publiek van zo’n 150 man. Samen met zijn twee companen speelt hij prachtige hits uit een, zo lijkt het, ver verleden. All Or Nothing, Itchycoo Park, Tin Soldier en Watcha Gonna Do About It passeren de revue samen met een aantal andere diep in rythm & blues gewortelde songs.

Het contrast met tien jaar eerder is groot, maar er is één constante factor: de gouden strot van zanger Steve Marriott, die zijn carrière begon in een modbandje, dat halverwege de zestiger jaren de ene hit na de andere scoorde, maar daarna met Humble Pie verdwaalde in de duistere praktijken van de rockbizz.

Steve Marriott maakt daar in het rokerige zaaltje achter het café een gelukkige indruk. Het optreden is geïnspireerd en bulkt van het spelplezier. Hij zal nog jaren het clubcircuit van West-Europa onveilig maken met zijn zang/gitaar, bas, drums-bandje Packet of Three en zijn meest samen met Ronnie Lane geschreven Small Faces-hits.
Marriott is mede door de lotgevallen van Lane, wiens gezondheid als gevolg van de ziekte Multiple Sclerose steeds verder achteruit holt, al lang niet meer op zoek naar de sterstatus die hij met Humble Pie najoeg.
Hij is alive & well in Essex waar hij ervaart hoe een hele nieuwe generatie muzikanten de muziek van
The Small Faces herontdekt. Hij maakt plannen om samen met zijn maatje Peter Frampton, met wie hij ooit vol goede bedoelingen Humble Pie begon, weer een ouderwets lekkere plaat te maken.

Totdat op 20 april 1991 het noodlot toeslaat. Een laatste sigaret voor het slapengaan wordt hem fataal. Marriott is eerder in slaapgevallen dan de sigaret is gedoofd.

Tijdens de begrafenis wordt zijn lijflied, All Or Nothing gedraaid. In de loop der jaren daarna neemt de bewondering voor de muziek die de kleine man met zijn maatjes in de zestiger jaren opnam alleen maar toe.

Tin Soldiers Never Die…

Photo by GAB Archive Redferns