Recensie: The Allman Brothers Band – Down In Texas ’71

 

The Allman Brothers - Down-In-Texas-71

The Allman Brothers Band – Down In Texas ’71
Format: CD / Label:  Independent
Release: 2021
Tekst: Mark Harmsma

Jaren geleden kocht ik via Marktplaats een op maat gemaakte kast voor zo ongeveer 900 Lp’s bij een vogel in Rotterdam. Hij ging terug van vele duizenden Lp’s naar een verzameling van precies 1000 Lp’s.

Zonder de verkoper op een extreme fascinatie voor de dood te betrappen, of op enige vorm van overdreven haast met dit project – mijn aanbod om een aantal eerste persingen Blue Note’s voor een habbekrats over te nemen sloeg hij dan ook af – poneerde hij wel een interessante stelling: er rest ons in ons fysiek bestaan op aarde alleen maar minder tijd, en die gaan we niet verdoen met het luisteren naar minder relevante albums. Vervolgens verwees hij naar een vriend die toch zeker de 60 gepasseerd was, die alleen al meer dan 20.000 blues elpees had. Ook al zou de vriend direct ontslag nemen en scheiden, het zou hem in dit leven niet meer gegund zijn al die albums nog een keer te beluisteren…

Als ik terug zou moeten naar een verzameling van 10 elpees, bestaat er geen enkele twijfel dat ‘Live at Fillmore East’ van the Allman Brothers Band daarbij zou zijn, naast natuurlijk ‘Kind of Blue’ – en ik ga ervan uit dat deze keuze voor menig lezer van deze recensie geldt.

En laat ik met de deur in huis vallen: stel dat ik met mijn top 10 albums vertrek naar een onbewoond eiland (waar natuurlijk een keurig ingerichte blokhut klaarstaat, mét een platenspeler), en ik zou als bonus “11 voor de prijs van 10” deze “The Allman Brothers Band – DOWN IN TEXAS ’71” mogen meenemen, dan bedankte ik daar vriendelijk voor. Er zat toch wel iets in de gedachte van de vogel met z’n 1000 Lp’s in Rotterdam.

De vorige uitgave in de ‘The Allman Brothers Band – 50th Anniversary’ series was een Cd-box met 3 concerten, opgenomen Fillmore West ’71. Deze box bestempelde ik voor verzamelaars en echte fans als zeer relevant, mede vanwege het feit dat je de nodige nummers voorgeschoteld krijgt van de originele bezetting, die niet op ‘Live at Fillmore East’ staan – zie voor een nummervergelijk deze recensie.

Verder deed de manier waarop deze Fillmore West-box werd geïntroduceerd de verzamelaars de oren spitsen: “we hebben een handje oude tapes onder handen genomen die bij de roadies van het eerste uur op zolder lagen”. Met mij dachten velen: Wat ligt er nog meer op zolder dan, bij die roadies?

Welnu, ook een tape – kennelijk al voorgemixt vanaf de geluidstafel naar een stereomix die we hier krijgen – van een gig die is opgenomen op 28 september 1971 in het Austin Municipal Auditorium in Austin, TX.
Ik ben geen producer, maar veronderstel dus dat al een mix gemaakt is direct van de geluidstafel naar een tapedeck. Ik sta stil bij deze mix, omdat deze uitgave er nogal door wordt bepaald: zo staat het orgel weer erg hard, gaat het 2 drummers principe vrijwel verloren, en staan Duane en Dickey beiden in het rechterkanaal gemixt, teneinde in het linker kanaal ruimte te houden voor de vrijelijk improviserende gast-blazer(s). Hoewel ik regelmatig 2 blazers hoor, moeten we niet op voorhand de begeleidende liner notes in twijfel trekken: er zijn gasten die op 2 saxen tegelijk spelen.  

Duane had een grote liefde voor jazz, in eerdere recensies schreef ik al dat de jazzinvloeden in the Allman Brothers onderschat worden. Zeker wanneer je het principe van dual lead gitaren vergelijkt met de doorsnee ‘front-line’ op de beste bob-platen, waar meestentijds sax en trompet thema’s spelen die model zouden staan voor het latere onderscheidend vermogen van the ABB.

Hoe bijzonder is het dat de relevantie van de beste jazzplaat ooit, wordt geduid door schrijver van de liner notes Robert Palmer, door het quoten van een bevlogen rockgitarist: “You know,” he (red: Duane Allman) told me one night after soaring for hours on wings of lyrical song, “that kind of playing comes from Miles and Coltrane, and particularly Kind of Blue. I’ve listened to that album so many times that for the past couple of years, I haven’t hardly listened to anything else.”

Sterker nog, we kunnen verleden met het heden verbinden, niet alleen door ‘Kind of Blue’ mee te nemen naar een onbewoond eiland, maar door mee te gaan in het – door Gregg Allman in zijn biografie treffend omschreven – geloof dat Derek Trucks de reïncarnatie is van Duane Allman.

Tsja… zweverig? Een uitzonderlijk getalenteerd muzikant, die als neefje van drummer Butch direct in verbinding stond met ABB waar hij op zijn twaalfde al mee-jamde, die zich nu met recht het grootste slidegitaarwonder van deze planeet mag noemen, die een muziekensemble leidt alsof hij een jazzformatie leidt, met een (deels improviserende) 3-koppige blazerssectie… vrij veel toevalligheden achter elkaar. En als je Derek nog eens wilt zien, doneer dan net als ik, want Tedeschi Trucks Band heeft het lang volgehouden maar vraagt nu fans om de muzikanten en crew middels donaties de lockdown door te helpen.

Tijdens de avonden dat het ‘echte’ Live at Fillmore East album werd opgenomen, nodigde Duane één avond ook al een handje vrienden van Jaimoe uit om lekker mee te improviseren – waaronder Rudolph “Juicy” Carter op sax.
Zoals bekend hebben deze opnames het niet verder gebracht dan de prullenbak van producer Tom Dowd, en de release van dit album is eigenlijk alleen relevant om te begrijpen waarom.

Ik wil graag respectvol blijven, maar ik heb een prima stel oren, en constateer dat de ‘bijdrage’ van blazer(s) zo vals is als een kraai waarmee 6 van de 9 nummers na 2x luisteren forever in de cd-kast verdwijnen om daar nooit meer uit te komen. Wellicht had “Juicy” iets te fanatiek van de paddenstoelen gesnoept backstage?
En als nu de andere 3 nummers spetterende versies zouden zijn van nummers die niet op Fillmore East staan, dan had de aanschaf nog een ander doel. Natuurlijk, er staan vette solo’s op, Dickey is deze avond in bloedvorm, maar dat was hij op Fillmore East ook.

Kortom, voor wie is deze uitgave? Voor die-hard fans die blijven investeren om te kunnen zeggen dat ze werkelijk ALLES in huis hebben. Anderen houden hun geld in de zak, of doneren aan een band die we in de toekomst hopelijk live kunnen zien.

Benieuwd of er nog écht opzienbarende opnames al 50 jaar op een zoldertje liggen, deep down in Georgia.

Tracks:
01. Statesboro Blues
02. Trouble No More
03. Don’t Keep Me Wonderin’
04. Done Somebody Wrong
05. One Way Out
06. In Memory of Elizabeth Reed
07. Stormy Monday
08. You Don’t Love Me
09. Hot ‘Lanta
10. Berry Oakley and Duane Allman 06/06/71 Houston, TX interview

Website: Allman Brothers Band